Tanzania, alleen maar safari?

 

Wie Tanzania zegt, denkt aan safari. Voor toeristen zijn beiden onafscheidelijk verbonden. Aan de voet van de Kilimanjaro liggen uitgestrekte natuurparken die hun hart sneller doen slaan. Jaarlijks trekken massa’s (Europese) toeristen naar Tanzania, om er te proeven van de magie van de safari. En om ’s avonds, terug in het luxetentenkamp, te genieten van een exotische maaltijd, begeleid door de fascinerende geluiden van het ongerepte Afrika. Tanzania heeft de toerist nog meer te bieden dan safari. Je kan er ook in Zanzibar onder een palmboom luieren op parelwitte stranden, gelegen aan een vijfsterren hotel. All-inclusive - alles is inbegrepen; van het heldere, warme water van de Indische Oceaan tot de uiterst vriendelijke bediening mét glimlach...

 

Of is het: met een grimlach? Want het immer lachende personeel neemt zijn glimlach niet steeds mee naar huis. Daar wacht hen géén exotisch droomstrand, of een picknick tijdens een safari. Thuis komen de mensen vaak in armoede terecht. Het is vaak een zoektocht om alles rond te krijgen: eten voor het gezin, een degelijke woning verzorgen, … Toch blijft de bevolking zeker niet bij de pakken zitten en kijkt men vooruit. Hierbij is onderwijs een heel belangrijk onderdeel. Hun kinderen naar school laten gaan is dan ook iets waar men werk van probeert te maken, dit met de weinige middelen die er zijn. Op die manier bouwt men in Tanzania aan een samenleving die zich steeds wil blijven ontwikkelen.